Begrippenlijst
-
Arduino Nano: Een klein computertje dat je helpt om coole gadgets te maken. Denk aan lichtjes die knipperen of motortjes die draaien. Een arduino heeft pootjes waar je draadjes aan kunt koppelen. Bij deze pootjes staan in kleine witte letters namen als D11, A7 of GND.
-
Programma: Een set regels die de Arduino vertelt wat hij moet doen.
- USB powerbank (accu): Een draagbare energiebron ding waarmee je dingen van stroom kunt voorzien.
- D13, D12, D11, D10, D7: Dit zijn als de 'handen' van de Arduino. Hier kun je dingen aan vastmaken zodat de Arduino ermee kan werken.
-
LED lampje: Een klein lampje dat kan oplichten als er stroom doorheen gaat. Let op de richting van de stroom. Er in bij het lange pootje, er uit bij het korte pootje.
-
GND (Ground): Dit is als de 'terugweg' voor de stroom in een apparaat. Altijd nodig!
- Weerstand: Een stukje dat ervoor zorgt dat er niet te veel stroom door iets gaat. Vooral voor LEDjes
- Gaatjesbord: Een bordje waar je draden en onderdelen in kunt prikken om dingen te verbinden zonder ze vast te hoeven solderen. Op het mini gaatjesbord zijn steeds 5 gaatjes naast elkaar met elkaar verbonden. Dus als pootjes verbonden moeten zijn prik je twee draadjes in hetzelfde groepje van 5. Als ze juist niet verbonden moeten zijn krijgen ze ieder een apart groepje van 5. Een LED lampje heeft een aparte in en uitgang, deze worden dus nooit in hetzelfde groepje van 5 geprikt. Er staan, heel klein, cijfers en letters op het gaatjesbord. Deze betekenen niks.
- Draadje M-F: Draadje Male-Female oftwel met een pinnetje en een gaatje. Dus van Arduino naar gaatjesbord.
- Draadje F-F: Draadje Female-Female oftwel met een gaatje en een gaatje. Dus bijvoorbeeld van Arduino naar knopje of stoplichtmodule.
- Draadje M-M: Draadje Male-Male oftwel met een pennetje en een pennetje. Dus bijvoorbeeld van de ene kant van het gaatjesbord naar een andere kant van het gaatjesbord.
- Speakertje: Zet snel wisselende stroompjes uit de Arduino om in geluid.
- Schakelaar: Oftewel een knopje om een stroompje aan of uit zetten. Aansluiten: VCC en OUT
-
Bewegingssensor: Een apparaat dat een signaaltje geeft als iets beweegt, zoals een voorbijrijdende trein.
-
VCC: Hier komt de stroom binnen in sommige apparaatjes (bewegingssensor).
-
VIN: De plek waar de Arduino 5V (stroom) kan geven aan bijvoorbeeld een sensor.
-
OUT pootje: Een onderdeel van de bewegingssensor dat een signaal geeft als het beweging detecteert.